De Gelderlander – Groene architect

De Gelderlander – ‘Groene architect’ haalt inspiratie uit de natuur

De architect is een van de meest invloedrijke personen in duurzaam vastgoed in Nederland. In 2004 richtte hij ORGA architect op. Hij heeft de tijd mee. Bruggink bouwt huizen, woonboerderijen, tandartspraktijken en de buitenschoolse opvang Struin in de Ooijpolder.

Lees het volledige interview hieronder of download het artikel als PDF.

November 2015

2015_11_03-De-Gelderlander-Groene-architect-SCAN

Duurzame bakstenen

Duurzame bakstenen

De baksteen is niet weg te denken uit het Nederlandse straatbeeld. De productie van dit populaire bouwmateriaal zorgt echter voor een flink deel van de wereldwijde CO2 uitstoot. De volgende innovators proberen daar met hun duurzame bakstenen iets aan te doen.

Duurzame bakstenen 01

Vanwege de praktische en low-tech aard van dit bouwmateriaal zijn innovatieve ondernemers over de hele wereld zijn bezig met het ontwikkelen van meer duurzame bakstenen

Duurzame bakstenen 02

Leemsteen

Leemstenen worden geperst uit een grondstof die vrijwel overal voorkomt: klei-houdende aarde. Omdat de stenen geperst worden in plaats van gebakken behouden ze de natuurlijke vochtregulerende eigenschappen van leem. Bij vochtige lucht neemt de ze vocht op, bij droge lucht staan ze vocht af. Door de hoge massa kan een muur van leemstenen goed warmte opslaan en weer afgeven wat resulteert in een constanter binnenklimaat. Het produceren van een leemsteen kost ongeveer 1% van de energie die nodig is voor een traditionele baksteen. Met een mobiele persmachine kunnen ze op de locatie van de bouw worden geproduceerd uit lokaal gewonnen klei. De leemsteen is ontwikkeld door het Nederlandse bedrijf Oskam-VF en wordt momenteel toegepast in een nieuw paviljoen in Dierenpark Emmen en in het CHIBB concept house in Rotterdam.

Duurzame bakstenen 03

Wastebased

Het Nederlandse bedrijf StoneCycling is opgericht door studenten van de Design Academy in Eindhoven. Zij hebben een innovatieve methode ontwikkeld waarbij bakstenen gefabriceerd worden op basis van bouwafval. Schone afvalmaterialen die vrijkomen bij de sloop van een gebouw zoals beton, oude bakstenen, keramiek en glas worden verwerkt in nieuwe bakstenen. Deze ‘wastebased brick’ kan efficiënt worden geproduceerd want er kan gewoon gebruik worden gemaakt van een bestaande en volledig gecertificeerde productielijn. Het resultaat is een gelijkwaardig alternatief voor de oer-Hollandse balksteen die echter voor 60% uit hergebruikte materialen bestaat en dus prima past in het circulair bouwen.

Duurzame bakstenen 04

Bakstenen kweken

BioMASON uit de VS heeft een methode ontwikkeld om bakstenen te kweken met behulp van bacteriën. Het doel van oprichter Ginger Krieg Dosier is het bieden van een ecologisch alternatief voor de traditionele productiemethode van bakstenen waarbij wereldwijd gigantische hoeveelheden CO2 vrijkomt. Dosier was al lange tijd gefascineerd door de manier waarop zeeschelpen en koralen in staat zijn om op basis van lokaal beschikbare materialen sterke biocementen te vormen. In een zelfgebouwd laboratorium sloeg ze aan het experimenteren met bacterieculturen. Uiteindelijke wist ze het proces zover te verfijnen dat ze complete bruikbare bakstenen kon produceren.

De bakstenen van bioMason worden gehard bij kamertemperatuur in tegenstelling tot de traditionele klei en beton varianten die bij hoge temperatuur gebakken worden wat veel energieverbruik en CO2 uitstoot met zich meebrengt. De stevigheid, productietijd en kosten zijn verder vergelijkbaar. De baksteen wordt gekweekt uit drie componenten: een basismateriaal (zand, sloopmateriaal) de bacteriën en een groeimiddel (dat is te winnen uit industrieel afval) met voedingsstoffen en mineralen. De stenen met een betrekkelijk eenvoudige installatie kunnen worden gemaakt die overal ter wereld op de bouwlocatie kan worden neergezet. Het uitharden gebeurd gewoon in de open lucht. Zeer interessant voor landen waar de middelen beperkt zijn.

Superkracht

Ook Watershed Materials uit California ziet een grote toekomst voor stenen waar klei in verwerkt is. Door hun methode om de chemische structuur van klei te bewerken wordt de bindende kracht van het materiaal aanzienlijk versterkt met als resultaat bouwstenen die twee keer zo sterk zijn als beton maar die wel met een lage CO2 uitstoot geproduceerd kunnen worden.

Bierbakstenen?

Het Polytechnical Institute van Tomar in Portugal heeft ontdekt dat het toevoegen van biergranen aan bakstenen voordelen heeft. Door de granen die overblijven na het brouwproces voor het bakken door de klei te mengen ontstaan bakstenen die veel meer warmte kunnen vasthouden zonder dat de kracht beïnvloed wordt. Minpuntje tijdens het onderzoek was de experimenten enkele malen moesten worden stilgelegd omdat het vanwege de stank niet meer uit te houden was in het lab. Gelukkig bleek dit minder plezierige neveneffect tijdens het bakproces te verdwenen.

In onze ontwerpen worden met regelmaat houten en bakstenen gevels gecombineerd en we staan te popelen om een van deze vernieuwende stenen toe te gaan passen in de praktijk. Traditionele bakstenen vervangen voor een gekweekte of circulaire steen zal een belangrijke stap zijn richting een duurzame toekomst.

Duurzame transformatie schoolgebouw

Duurzame transformatie schoolgebouw

Het herbestemmen van historische gebouwen naar een hedendaagse functie heeft eigenlijk alleen maar voordelen. Momenteel zijn we een ontwerp aan het uitwerken voor de transformatie van de dependance van de voormalige HBS in Wageningen. Uitgangspunt is om het Rijksmonument ecologisch te restaureren met de ambitie om het gebouw energieneutraal te maken.

Duurzame transformatie 01

Het meer dan honderd jaar oude gebouw wordt met deze duurzame transformatie naar de toekomst toe gerestaureerd, waarbij de bijzondere gangtype opzet wordt behouden en monumentale aspecten worden benadrukt

Historie

Het gebouwencomplex werd gerealiseerd in opdracht van de ‘Hoogere Burger School’ een ontwerp uit 1901 van architect J. van Lokhorst. Het is een ensemble van drie gebouwen: het hoofdgebouw, het conciërgegebouw en een dependance met gymzaal en tekenlokalen. Architect Van Lokhorst was na zijn architectenopleiding in Utrecht van 1878 tot 1906 werkzaam als rijksbouwkundige bij het ministerie van binnenlandse zaken. Samen met Pierre Cuypers en Cornelis Peters was hij verantwoordelijk voor de bouw van veel rijksgebouwen in de neorenaissance stijl. De dependance draagt duidelijke kenmerken van deze stijl zoals de speklagen van lichtgekleurde baksteen en de karakteristieke trapgevels. Architect Van Lokhorst overleed overigens in 1906 en heeft de bouw van zijn ontwerp uit 1901 zelf dus niet meer meegemaakt.

Duurzame transformatie 02

Monumentale waarde

De monumentale waarde van het gebouw is, volgens de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed in verschillende punten terug te vinden. Architectuurhistorisch gezien is het een fraai en redelijk gaaf voorbeeld van een schoolgebouw in het zogenaamde gangtype en opgetrokken in neorenaissancestijl. Stedenbouwkundig is het relevant vanwege zijn ligging aan de Wilhelminaweg en het ensemble dat het vormt met de overige gebouwen. Tenslotte is er ook een cultuurhistorisch belang, omdat het als voorbeeld beschouwd wordt van een schoolgebouw dat is gebouwd naar de in die tijd vernieuwende opvattingen, waarin bij de bouw en inrichting van lokalen rekening werd gehouden met de hygiëne, de lichamelijke ontwikkeling en de gezondheid van leerlingen (licht, lucht en ruimte).

Duurzame transformatie 05

Ontwerpconcept

Met de monumentale aspecten in het achterhoofd zijn we voor deze duurzame transformatie een nieuwe indeling gaan ontwerpen. Het staat niet ter discussie dat de bestaande tweedeling van het gebouw in de grote gebruiksruimtes en de smalle gangzones gehandhaafd blijft. Ook energetisch is dat uitermate logisch; de koudere, ondersteunende functies komen in de gangzone. De vele hoekjes en verschillende daken maken het bovendien lastig om heel goed te isoleren. De appartementen komen respectievelijk in de gymzaal en in het tekenlokaal en worden stevig geïsoleerde verwarmde zones. De rechthoekige vorm, op een paar details na, zijn deze relatief eenvoudig te isoleren. Bovendien laat een dergelijke inrichting de oorspronkelijke uitstraling in zijn recht.

Duurzame transformatie 04

Met name het tekenlokaal op de eerste verdieping heeft een fenomenaal uitzicht over de uiterwaarden. Dat uitzicht is bovendien zuid gericht, dus dat maakt dat aan de zuidzijde de grote open leefruimtes komen; optimaal uitzicht en door de grote raampartijen passieve zonne-energie. Het vele daglicht maken het prettige woonklimaat compleet. Zowel in de gymzaal aan de noordzijde als in het tekenlokaal aan de noordzijde worden kamers ingepast met tussenvloeren voor slaapkamers, badkamer en keuken.

Duurzame transformatie 03

Energieneutraal

Momenteel worden er verschillende opties onderzocht om het gebouw energieneutraal te maken. Uit het onderzoek zal blijken welke van de opties het best aansluit bij het ontwerp en de beperkingen die voortkomen uit feit dat het object een rijksmonument is. Dit zijn enkele van de opties die onderzocht worden:

  • Bij het WarmBouwen principe wordt de massa van de buitenmuur verwarmt en gekoeld tot een temperatuur tussen de 16° en 18°C. De warmte voor het WarmBouwen systeem kan direct uit de zon worden geoogst en wordt voor perioden dat de zon niet schijnt bewaard. Bodemopslag op een diepte van een tiental meters, waar de temperatuur altijd hoger ligt dan 12°C, is hiervoor ideaal.
  • Passief Renoveren is een bouwwijze die streeft naar een optimale thermische schil en een efficiënt gebruik van zonne-energie. Bij deze methode ligt de nadruk sterk op de bouwkundige schil. Energieverbruik wordt gereduceerd door het warmteverlies en de luchtdoorlatendheid van het gebouw sterk te beperken.
  • Een maatwerkoplossing zou zijn het na-isoleren met gebruik van een houtvezel isolatie waarin een dampscherm is verwerkt.
Duurzame transformatie 06

Dampopen bouwen

Dampopen bouwen

De moderne mens wordt niet graag blootgesteld aan regen, hagel of sneeuw. Een dak boven je hoofd biedt bescherming tegen het vocht dat in allerlei vormen uit de hemel komt vallen. Dat het vocht in het interieur van een huis ook schadelijk kan zijn beseffen veel mensen echter niet.

Dampopen 01

Een dampopen gebouw kan ‘ademen’ waardoor vocht niet de kans krijgt in het interieur schade aan te richten

Vochtschade

Binnen is de lucht altijd vochtiger dan buiten. Dat komt doordat binnen mensen leven die koken, wassen, douchen en ademen. Vroeger ontsnapte het vocht naar buiten via de kieren en gaten die ieder gebouw wel had maar in de goed geïsoleerde huizen van nu niet meer. De dampdruk binnen bouwt zich op en dan kan het vocht doordringen in de constructie wat rotting en schade veroorzaakt. Aantasting van het isolerend vermogen van de wand en schadelijke schimmels in het binnenklimaat zijn het gevolg.

Dampopen 02

Traditionele aanpak

In de traditionele bouw wordt vaak gekozen voor het aanbrengen van een dampdichte folie in de wand. Vocht kan er niet bij, probleem opgelost. Althans, daar gaat men vanuit. In de praktijk is echter gebleken vocht een hardnekkige vijand is en er toch altijd in slaagt om de wand in te komen. Een klein lek in de folie is genoeg of misschien weet het tijdens de bouw al door te dringen voordat de folie is aangebracht. En dan heb je een probleem, want door alles dicht te plakken met folie kan het vocht vervolgens niet meer weg.

Dampopen 04

Dampopen en natuurlijk

In plaats van het gebouw in te pakken in een grote ‘plastic zak’ hanteren wij altijd de gouden combinatie van een dampopen wandopbouw en natuurlijke materialen. Vergelijk deze wand met een Gore-tex jas: de regen en kou wordt buiten gehouden maar het materiaal ademt daarmee wordt het comfort verhoogd. De keuze voor natuurlijke materialen brengt meteen al een enorm groot voordeel met zich mee: een zelfregulerend vermogen voor vocht. Kort gezegd, als de omgeving vochtig is neemt het vocht op, als die droog is staat het vocht af dit levert een constanter binnenklimaat op.

Dampopen 05

Wandopbouw

Een dampopen wand is volledig luchtdicht maar heeft een dampremmende laag aan de binnenkant. Iedere volgende laag naar buiten toe is steeds een stukje meer dampopen. Zoals gezegd kan het altijd gebeuren dat er vocht in de wand belandt. Nu zal het echter binnen de wand van laag naar laag trekken omdat deze telkens meer dampopen is. Uiteindelijk belandt het in de buitenste laag waar het via de lucht kan worden afgevoerd.

Een dampopen gebouw uit natuurlijke materialen is:

  • luchtdicht, maar ‘ademt’ wel damp.
  • gezond, condensvrij dus geen schimmels of rotting.
  • comfortabel door de natuurlijke vocht- en temperatuurregulering.
  • energiezuining, de installatie kan lowtech uitgevoerd worden.

Off the grid herbestemmen in de Biesbosch

Off the grid herbestemmen in de Biesbosch

Even helemaal weg van alles op een eilandje in natuurgebied De Biesbosch? Binnenkort kan het. In het kader van het Europese CareLands project wil Staatsbosbeheer griendketen ombouwen tot zelfvoorzienende recreatiewoningen en ze vroegen ORGA om een concept ontwerp te maken.

herbestemmen griendhuisjes 04

Wat ligt daar verscholen tussen de bomen in de Biesbosch?

Het is een ‘griendkeet’ op een van de vele eilanden in het getijdegebied. Staatsbosbeheer heeft plannen om van deze huisjes recreatiewoningen te maken. Dat dit geen doorsnee vakantiebungalows moeten worden was meteen duidelijk. Ze liggen op afgelegen locaties in een van de meest woeste natuurgebieden van Nederland. Deze omstandigheden maken van de griendhuisjes best iets bijzonders. In onze ogen een prachtige kans om mensen een unieke vakantiebeleving bieden: een tijdje ‘off the grid’ ontspannen midden in de Biesbosch. Kern van ons ontwerp werd dan ook het handhaven van het unieke eigen karakter.

herbestemmen griendhuisjes 02

Dus wat gaan we verbouwen aan de huisjes zelf? Helemaal niets. Wellicht zijn er enkele reparaties nodig om het tochtdicht te maken. Het interieur is verder niet groot en een enkele houtkachel zal voldoende zijn om het comfortabel te maken. Toch maken we het huisje volledig zelfvoorzienend door middel van een unit met alle benodigde installaties dat aan de huisjes wordt toegevoegd. Een netwerk van houten vlonders rond vormt verder een fysieke verbinding de natuur in de omgeving en de aanlegsteiger.

herbestemmen griendhuisjes 03

Een volledig zelfvoorzienende recreatiewoning in de natuur waar je back-to basic zonder enige afleiding kan ontspannen, vogels kijken, een boek schrijven, mediteren of in een boot het unieke natuurgebied verkennen. Mysterie en avontuur in een van laatste ongerepte stukken natuur van Nederland.

herbestemmen griendhuisjes 01

Staatsbosbeheer was enthousiast over ons concept dus wellicht kan ook jij in de toekomst een griendkeet boeken. We houden je op de hoogte!

Ecologische restauratie onder de loep: Rijksmonument Beukenrode

Ecologische restauratie onder de loep: Rijksmonument Beukenrode

Jachthuis Beukenrode is een 19e eeuws rijksmonument dat toe was aan een opknapbeurt. De eigenaars verzochten ORGA architect om het monument op duurzame wijze te restaureren en te verduurzamen. In de afgelopen blogposts spraken we over de voordelen van een ecologische restauratie en hoe dit werkt. Nu een voorbeeld uit de praktijk.

ecologische restauratie 01

De uitgangspunten van de ecologische restauratie van Beukenrode: behouden wat er nog is, terugbrengen wat verdwenen is, herstellen van kapot is.

Gevoel krijgen voor het monument

De Sint Augustinusstichting nam het landgoed Beukenrode over in de jaren tachtig en wil het monument graag herstellen en behouden voor toekomstige generaties. In de loop der jaren is er regelmatig getimmerd aan het gebouw maar er was nooit echt een groot budget voor. Gelukkig, want zo zijn rigoreuze ingrepen uitgebleven en is er weinig ‘verpest’.

Bij iedere restauratie begin je met een duik in de historie. Een bezoek aan het lokale archief leverde veel fotomateriaal op waarmee we de bouwkundige historie van het Jachthuis bij elkaar konden puzzelen. Hieronder bespreken we een voor een verschillende aspecten van het gebouw.

ecologische restauratie 02

Smoel van het gebouw

De ramen op de eerste verdieping aan de entreezijde riepen vragen bij ons op. Deze waren verkleind en vervangen door stalen horizontaal georiënteerde ramen. Ons architecteninstinct zei dat hier hetzelfde type ramen moet hebben gezeten als op de begane grond, maar zonder foto was er geen bewijs. Het archiefmateriaal bood antwoord: halverwege de 20ste eeuw is er op de eerste verdieping een katholieke kapel ingericht. Niet in het oorspronkelijke ontwerp maar wel degelijk een onderdeel van de geschiedenis van het gebouw. In overleg met de betrokkenen hebben we besloten de ramen terug te brengen naar de oorspronkelijke houten kozijnen. De onderbouwing van deze keuze is tweeledig. Ten eerste is het oorspronkelijke Neo-renaissance ontwerp gericht op de uitstraling naar buiten via de zichtlijnen van het landgoed en de uniforme stijl van de ramen maakt daar onderdeel van uit. Ten tweede is de kapel gedurende een relatief korte periode gebruikt, de kapel ruimte is inmiddels ontwijd en er is in het interieur geen spoor meer van te vinden.

ecologische restauratie 03

Low-tech ventilatie

Vroeger bestond de ventilatie eenvoudigweg uit schuiframen boven en beneden. Door de bovenramen naar beneden te schuiven ging de warme vieze lucht er aan de bovenzijde uit en kwam de frisse schone lucht door het onderste raam weer naar binnen. Een eenvoudige lowtech manier van ventileren, dat zien we als ecologisch architect graag. Al de oorspronkelijke schuiframen gaan we dus weer werkend maken en om energieverlies tegen te gaan zullen de aansluitingen tussen raam en kozijn worden voorzien van tochtwering en luchtdichting.

ecologische restauratie 04

Houtwerk

Hieronder is een foto zien van de eerste bewoners van Beukenrode: de familie Kneppelhout. Op de achtergrond is te zien dat de ramen van oorsprong eigenlijk waren voorzien van behoorlijk ecologische zonwering in de vorm van houten perisiennes. Deze worden aan de hand van de foto’s worden gereproduceerd en aangebracht op de oostelijke en zuidelijke. Al het houtwerk aan de buitenzijde wordt overigens opnieuw geschilderd. De bestaande verf wordt voor een groot deel verwijderd en vervangen door een nieuw verfsyteem op basis van lijnolie. Opmerkelijk genoeg lijkt deze verf op natuurlijke basis sterk op de oorspronkelijke verf van eind 19de eeuw. Zoals we vaker zien in oude gebouwen gebruikte men in die tijd, voor de introductie van ongezonde synthetische materialen, opvallend veel ecologische en duurzame materialen.

ecologische restauratie 05

Ander dak en verborgen goot

Op het dak van het oorspronkelijke gebouw uit 1872 heeft zink gelegen. Zink is natuurlijk geen ecologische dakbedekking en bovendien al verwijderd ergens in de jaren ’50. Bovendien kost terug brengen ook nog eens een vermogen. We kiezen ervoor om het bitumen te verwijderen, het dak met 10cm houtvezel te isoleren en vervolgens te bekleden met EPDM. Aan de binnenzijde is boven het gipsplafond nog de houten constructie en het oorspronkelijke plankendakbeschot zichtbaar. Beide vinden we waardevol om weer zichtbaar te maken. De huidige dakgoten voldoen niet, bij hoosbuien klotst het regenwater er over heen. We hebben de nodige uurtjes hier naar gekeken en overlegd hoe we dit nu op konden lossen. Toen we echter het boeiboord aan een zijde er af haalden ontdekten we dat er onder de huidige goot fraaie houten bakgoten hebben gezeten. Een nadere studie van de foto’s bevestigde dit.

ecologische restauratie 06
ecologische restauratie 07

Veranda en serre

Het Italiaanse tegelwerk op de veranda is beschadigd door decennia lang bloot te hebben gestaan aan weer en wind. De bestaande tegels worden gereinigd en er worden gelijkwaardige nieuwe tegels gezocht waarna het geheel opnieuw gevoegd kan worden. De archieffoto’s laten zien dat boven dit tegelwerk een fraaie overkapping stond, een constructie met een glazen dak en een karakteristieke zijwand. Deze zal worden gereconstrueerd in een stijl die aansluit bij het gebouw en de nieuw te bouwen serre. Vlak na de oorlog is er een serre toegevoegd die een grote functionele meerwaarde had. Dit is echter in jaren ’50 stijl en kwaliteit gedaan en inmiddels is deze weer verdwenen. Met het oog op de huidige functie eisen wordt de serre weer teruggebracht. In het interieur van de serre wordt het dak voorzien van een fraai zichtbare houten balklaag. De huidige functie eisen leiden er ook toe dat er extra aandacht wordt besteed aan de toegankelijkheid. Er komt in de serre een extra, goed toegankelijke toegang en een lift naar de kelder waar een mindervalide toilet geplaatst wordt.

ecologische restauratie 08

Energie en warmte

Energiezuinigheid is niet allesbepalend bij verduurzamen maar blijft een belangrijke kwestie. Het Jachthuis heeft het voordeel dat het een compact gebouw is wat de energievraag uit zichzelf beperkt omdat de buitenkant minder oppervlakte beslaat. Om de warmte goed te kunnen vasthouden, gaan we alle ramen voorzien van tochtstrips en tochtborsteltjes. Ook worden de oorspronkelijke binnen luiken gesloten in ruimtes die niet worden gebruikt. Uit onderzoek van de Engelse en Schotse monumentenzorg blijkt dat dit het warmteverlies kan verminderen met 50 tot 60 procent. In het Jachthuis staan nog hele dikke gietijzeren monumentale radiatoren, met dikke leidingen. Vanuit energetisch oogpunt is dit niet optimaal maar vervangen is vanuit historisch perspectief niet wenselijk. En overigens ook niet vanuit marketing-technisch oogpunt want bezoekers willen dergelijke robuuste gietijzeren radiatoren zien, die lekker heet aanvoelen. Toch vonden konden we hier een mooie verbetering doorvoeren. De huidige radiatoren worden van warm water voorzien door twee gasgestookte cv’s. Het landhuis staat echter op een landgoed met veel bomen. Waarom dan geen hout-cv plaatsen die gevoed wordt met houtsnippers die vrijkomen bij onderhoud van het landgoed? Hout-cv in een bijgebouw, warm water inbrengen in de kelder om het boilervat op temperatuur te houden en vandaar de radiatoren voeden. Duurzame en hernieuwbare energie zonder fossiele brandstoffen te verbruiken.

ecologische restauratie 09

Gevleugelde bewoners

Oude gebouwen en landgoederen zijn vaak een ideale huisvesting voor allerlei dieren, zo ook Beukenrode. Het ecologische onderzoek liet zien dat het Jachthuis gebruikt wordt als winter- en zomerverblijf voor mannetjes van de gewone dwergvleermuis, er bevonden zich echter geen kraamkolonies. In eerste instantie gingen we uit van mitigerende maatregelen, dus bijvoorbeeld vleermuiskasten ophangen en vervolgens nieuwe nestgelegenheden maken. Nadere inspectie en overleg met de ecoloog wezen echter op een veel eenvoudigere oplossing. We laten de gaten waarin ze huizen gewoon zitten. Kraamkolonies kunnen wel voor overlast zorgen, maar winter- en zomerverblijven doorgaans niet. Bovendien zitten ze er al decennia en is er nooit overlast geweest.

ecologische restauratie 10

Historische duurzaamheid

Uit onze ervaringen in de praktijk blijkt telkens weer dat restaureren nergens hoeft te botsen met ecologische of duurzame uitgangspunten. Met een zorgvuldige aanpak kan een grote sprong worden gemaakt in zowel de energiezuinigheid als de aanwezigheid van gezonde materialen zonder de cultuurhistorische waarde en identiteit van het monument aan te tasten. In de bestaansgeschiedenis van een gebouw van meer dan 100 jaar oud sneuvelt er natuurlijk wel eens wat. Niet alleen door verval of gebeurtenissen, maar ook door regelgeving, veranderend gebruik of  gerommel. Niet zozeer opzettelijk gerommel, maar eerder onder invloed van de tijdsgeest. Restaureren moet echter niet ’terug-restaureren’ zijn, je restaureert om het gebouw weer te kunnen gebruiken in de komende decennia. Dat is de kern: een gebouw is voor nu en voor de toekomst, niet voor vroeger.

Duurzame restauratie van monumenten: hoe gaat dat in zijn werk?

Duurzame restauratie van monumenten: hoe gaat dat in zijn werk?

Ieder monument heeft zijn eigen verhaal en identiteit en een restauratieproject is dan ook altijd maatwerk. Wanneer je overweegt een historisch gebouw op een toekomstbewuste wijze te restaureren dan dienen zowel de duurzaamheid als de culturele waarde te worden vastgesteld. Het DuMo model is een rekeninstrument dat beide aspecten van de restauratie inzichtelijk maakt.

duurzaam restaureren 03

Monumenten zijn tastbare overblijfselen van ons verleden die wij als gemeenschap via duurzame restauratie voor onszelf en voor de generaties na ons moeten behouden

DuMo

Het DuMo model is ontwikkeld door het NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie) en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Afhankelijk van het project gaan partijen als de Rijksdienst, de lokale monumentenambtenaar of een bouwhistoricus de bestaande situatie van het gebouw inventariseren. Daarbij wordt zowel de aanraakbaarheid als de cultuurhistorische waarde (Mo-waarde) bepaald. Daarnaast wordt via een rekenmodel de duurzaamheid (Du-waarde) vastgesteld. Deze twee factoren bepalen de DuMo waarde. Belangrijk: hoe hoger de monumentenwaarde, hoe minder duurzame maatregelen je hoeft te treffen om toch een goede duurzaamheidscore te halen.

duurzaam restaureren 03

Zo werkt het in theorie maar de eigenaar of beheerder van een monument zal willen weten wat nu het praktische nut is van al dit rekenwerk. De DuMo waarde kan rechtstreeks omgezet worden naar een MIG getal zoals te zien is in de tabel rechts. Via de Milieu Index Gebouw kan de milieuvriendelijkheid van een gebouw worden gemeten. Door zowel de bestaande situatie als de situatie na de beoogde restauratie uit te drukken in een DuMo waarde zijn de gevolgen voor de milieu impact direct duidelijk. En zaken als energiezuinigheid, grondstoffenverbruik en CO2 uitstoot zijn natuurlijk belangrijke maatstaven voor de toekomstbewuste monumentenbeheerder. Bovendien kan een beter energielabel een argument zijn voor groene investeerders om bij te dragen aan een duurzame restauratie.

De Tempel

Een mooi voorbeeld is de renovatie van De Tempel, een voormalig bankgebouw in Den Haag, hieronder afgebeeld. Hier werd door architectenbureau KBnG en Stichting WarmBouwen het WarmBouwenprincipe toegepast waarbij de energiehuishouding in gebouwen optimaal in balans wordt gebracht. Als er voldoende warmte door de schil van het gebouw kan worden opgenomen en afgegeven, dan is isoleren niet meer nodig. De balans in de energiehuishouding zorgt ervoor dat karakteristieke architectonische details niet hoeven te verdwijnen achter isolatiematerialen. Daar zit het grote voordeel bij het renoveren van oude stadswijken en herbestemmen van monumenten. Bij De Tempel in Den Haag bleek zelfs dat de stalen kozijnen konden blijven zitten. Het gebouw werd door de renovatie het eerste rijksmonument met energielabel A.

duurzaam restaureren 05

Renoveren/restaureren

Er moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen renoveren en restaureren. Een renovatie is vooral gericht op het opknappen van een gebouw zodat het weer lange tijd mee kan. Een restauratie is een opknapbeurt waarbij tevens de historische waarde van een gebouw wordt hersteld. Bij een duurzame restauratie zoals ORGA architect die uitvoert worden ook nog eens natuurlijke hergroeibare materialen gebruikt. Op die manier wordt de energiezuinigheid verbeterd zonder steeds schaarser wordende fossiele grondstoffen te verbruiken.

duurzaam restaureren 02

Beukenrode

Een van onze huidige projecten is de duurzame restauratie van het rijksmonument Beukenrode in Doorn dat aan het einde van de 19e eeuw gebouwd werd. Historische elementen die in de loop van de twintigste eeuw zijn verdwenen worden weer teruggebracht uitgevoerd in biobased materialen. Een eigentijdse serre is nodig voor de huidige functie eisen dus deze wordt toegevoegd. De serre blijft echter ondergeschikt aan de hoofdarchitectuur en is zo ontworpen dat hij naadloos aansluit bij de neo-renaissance stijl van het gebouw. Verder wordt grote vooruitgang geboekt op het gebied van energiezuinigheid door middel van maatregelen die geen impact hebben op de monumentale waarde van het landhuis. In een volgende blogpost gaan we specifiek in op de restauratie van Beukenrode.

duurzaam restaureren 01

Het restaureren van een monument en duurzame biobased bouwmethodes gaan prima samen. Door het zorgvuldig afwegen van de cultuurhistorische waarde, energiebesparende maatregelen en natuurlijke materialen kunnen we onze monumenten behouden voor toekomstige generaties zonder dat dit ten koste gaat van het milieu nu en in de toekomst.

Op donderdag 8 mei aanstaande vindt er een informatieve bijeenkomst plaats op landgoed Beukenrode waarbij o.a. architect Daan Bruggink zal het een en ander zal vertellen over de duurzame restauratie. Alle geïnteresseerden zijn van harte welkom.

Raam & Deur – Ecologisch restaureren met low tech van toen

Raam & Deur – Ecologisch restaureren met low tech van toen

Op de beganegrond zie je dat de hoge deuren van de linker- en rechter gebouwvleu-gel, zijn voorzien van voorzetdeuren, waarachter de originele schuif-deuren nog zitten. Die voorzetdeuren halen we weg en de origineledeuren met bovenlichten van glas-in-lood brengen we terug. Alle hout-werk staat nu weer netjes in de lijnolieverf. Met dit bio-based verfproduct werd vroeger heel veel gewerkt. Het is nu weer hele-maal terug van weggeweest. Oude producten zijn vanzelfsprekend bio-based, want er waren simpelweg geen chemische of industrieelvervaardigde bouwmaterialen. 

Lees het volledige artikel hieronder of download het artikel als PDF.

Juni 2015

2015_07_01-Raam-en-Deur_Beukenrode

Gastspreker bij afscheid Rijksbouwmeester

Gastspreker bij afscheid Rijksbouwmeester

Komende woensdag neemt Rijksbouwmeester Frits van Dongen officieel afscheid. ORGA architect Daan Bruggink zal in een pitch de toekomst van de bouw in de biobased economie toe te lichten. Vooral zijn ideeën over duurzame bouwmaterialen en de integrale samenwerking tussen architect en aannemer bij ORGA zullen ter sprake komen.

Afscheid rijksbouwmeester 02

Als een van de ‘mogelijk makers’ van de nieuwe bouwcultuur houdt Daan voor de Rijksbouwmeester een pitch over bouwen in de biobased economy

De Live #4 sessie is onderdeel van het afscheid van Frits van Dongen en wordt georganiseerd door Nederlandwordtanders. De projecten die hier onder de aandacht worden gebracht illustreren de rol van de mogelijk makers in vernieuwende ruimtelijke ontwikkelingen.

Het contrast in de bouwcultuur toen Daan studeerde in Delft en die van nu is groot. Het feit dat de bouw door een toenemende grondstoffenschaarste een andere richting in moet slaan heeft natuurlijk gevolgen. Dat geldt ook voor de deeleconomie waarin projecten steeds minder vaak top-down opgestart en uitgevoerd, de opdrachtgever eist zelf een rol in de ontwerp- en uitvoeringsfases. Actuele ontwikkelingen waar bouwers van de toekomst op in zullen moeten spelen.

Afscheid rijksbouwmeester 01

Het ambt van Rijksbouwmeester bestaat sinds 1807. Hij draagt zorg voor de stedenbouwkundige inpassing en de architectonische kwaliteit van rijksgebouwen. Verder adviseert hij de regering over het nationale architectuurbeleid met speciale aandacht voor monumenten en beeldende kunst.

De bijeenkomst op 18 maart is besloten maar beelden van de pitches van de mogelijk makers zullen na afloop online worden gezet. Zie voor meer info Live #4 en toekomstige blogposts.

Update: een video van Daan’s pitch is inmiddels beschikbaar en hier te vinden.