Foto van Geschreven door: Gijs Bruggink

Geschreven door: Gijs Bruggink

Regeneratief ontwerpen

door Djordy van Laar (Alba Concepts) en Gijs Bruggink (ORGA architect)

Urgentie

In de bouw- en vastgoedsector wordt hard gewerkt aan het minimaliseren van de negatieve milieu-impact van materialen. Dit is nodig want de materialen die we gebruiken, hebben een groot aandeel in klimaatverandering. Het minimaliseren van negatieve impact en het streven naar een circulaire bouweconomie [1] is van groot belang, maar zal er niet voor zorgen dat we onze aarde herstellen of versterken. Het zorgt er hooguit voor dat we onze planetaire grenzen niet verder overschrijden dan nu het geval is.

Wat is regeneratief ontwerpen?

Bij regeneratief ontwerpen is het doel niet alleen om de schade te verminderen, maar een netto-positieve impact te hebben op mens én milieu. Deze benadering heeft de potentie om de bouw radicaal te veranderen in een sector die bijdraagt in plaats van schade aanricht. Daarvoor is een ander bewustzijn noodzakelijk bij professionals die betrokken zijn bij het ontwerp van nieuwe gebouwen of het renoveren van bestaande gebouwen (zie onderstaande afbeelding). Zonder een verschuiving in bewustzijn vindt er namelijk geen systeemverandering plaats. Gebouwen kunnen de gezondheid van onze aarde en onze samenlevingen alleen versterken als we ons bewust zijn van onze plek in het grotere ecosysteem. 

Kortom, twee onmisbare ingrediënten voor regeneratief ontwerpen zijn een mindset waarbij het ecosysteem op de eerste plaats komt en ontwerpen met een netto-positieve impact op mens en milieu.

Bron: The Nature of Business

Welke stappen zijn onmisbaar in een regeneratief ontwerpproces? En welke principes horen daarbij?

1. Bedenk wat de relaties zijn tussen het project en het grotere geheel van ecologie en maatschappij. Start vanuit de locatie door de historische, ecologische en sociale context in beeld te brengen. Het is van belang om met je projectteam vooraf te begrijpen waar de relaties en afhankelijkheden liggen tussen het bestaande en wat nieuw wordt gebouwd. Dat stelt je als ontwerper in staat om bij iedere keuze te sturen op het versterken en zo mogelijk aanvullen van die ecologische en sociaal-culturele verbanden.

2. Denk in potentieel. In co-creatie met alle relevante relaties, zoals bijvoorbeeld huidige en toekomstige gebruikers of omwonenden. Omdat de relaties en afhankelijkheden duidelijk zijn, kan worden nagedacht over het maximaliseren van positieve impact voor het collectief (ecosysteem). En omdat het collectief maximaal profiteert, profiteert ieder individu of organisatie ook maximaal [2]. Dit is precies de strategie die de natuur al 4,5 miljard jaar hanteert.

3. Leer van de natuur en werk samen met de natuur. Feitelijk zijn we zelf ook natuur. Het is niet voor niets dat we een ons prettiger voelen en gezonder zijn in een gebouw dat ontworpen is volgens de principes van biophilic design. Natuurlijke ecosystemen hebben precies de eigenschappen die we zoeken bij het omgaan met klimaatverandering: veerkracht, aanpasbaarheid en efficiency. Deze kennis kunnen we vertalen naar praktische innovaties (biomimicry) in onze gebouwen.     

4. Een bouwproject duurt lang en je wil voorkomen dat ambities voor positieve impact gaandeweg verwateren. Leg deze daarom samen met het projectteam aan het begin vast en formuleer principes die voorkomen dat het team terugvalt in oude patronen. Monitor en toets tijdens het ontwerpproces of het ontwerp inderdaad relaties tussen menselijke gemeenschappen en natuurlijke omgevingen herstelt en versterkt.

5. Compenseer onvermijdelijke negatieve impact. Niet bouwen is vaak geen optie. En bouwen gaat – zolang we nog in een lineaire economie zitten – gepaard met enige mate van negatieve impact. Gelukkig kunnen we deze negatieve impact (over)compenseren. Dit komt neer op het rekening houden met cyclische processen in de natuur zoals CO₂- en grondstofkringlopen waardoor de natuur de kans krijgt (materiaal)voorraden weer aan te vullen tijdens de gebruiksperiode van een gebouw. Hoe meer producten uit de natuurlijke kringlopen, hoe meer kans op regeneratie. De spelregel hierbij is dat de grondstoffen ruimschoots terug groeien in de tijd dat deze in het gebouw worden gebruikt en uiteindelijk ook weer (zonder vervuiling) kunnen worden opgenomen door de natuur. Ook het upcyclen en verlengen van producten uit de technologische kringloop geeft de natuur de kans om voorraden te herstellen.

6. Communiceer transparant en eerlijk over het ontwerpproces zodat de rest van de ontwerpgemeenschap (en daarbuiten) hiervan kan leren. Praktijkervaring is waardevol en het tonen van voorbeelden is essentieel voor het versnellen van systeemverandering in de bouw.

Gemeentewerf Nieuwkoop - Ontwerp: ORGA - Foto: Ruben Visser.

Hoe kan je meten of een ontwerp regeneratief is?

Sommige aspecten van regeneratief ontwerpen zijn wel meetbaar en andere niet. Besef dat het niet altijd nodig is om een aspect te meten om toch een regeneratieve invloed te hebben. En als het niet tijdens het ontwerpproces kan worden gemeten, kan het wellicht wel worden gemeten als het gebouw of de renovatie is voltooid. Bij regeneratief ontwerpen gaat het uiteindelijk meer om het creëren van de juiste condities om een positieve impact te hebben op mens en milieu.

De Living Building Challenge (LBC) [3] is in dit verband een mooi voorbeeld. Deze certificering heeft de intentie om te bepalen wat nu precies een regeneratief gebouw is. De LBC eist van een gebouw om op tal van gebieden negatieve impact te vermijden en om de mogelijkheden om positief bij te dragen te verkennen en zo goed mogelijk te benutten. Aan de hand van zeven categorieën wordt het ontwerp, de gebruikte materialen en het presteren van een gebouw doorgelicht en ontstaat er een totaalplaatje van de regeneratieve impact. De LBC is de enige certificering waarbij niet alleen de plannen getoetst worden, maar ook het daadwerkelijke resultaat. Daar waar de impact goed meetbaar is, bestaan keiharde eisen en na oplevering worden gedurende 1 jaar water, energieverbruik en uitstoot gemeten en getoetst om te controleren of deze in praktijk ook gehaald worden.

Living Buildings zijn energieleverend, slaan carbon op, hebben een positieve sociale impact en zijn gezond doordat ze de mens weer terug in contact brengen met de natuur. Het LBC label is een van de meest ambitieuze ter wereld en ieder gebouw dat volledige certificering weet te behalen is dan ook een lichtend voorbeeld van toekomstgerichte en klimaatbestendige architectuur.

Natuurlijk wonen - Ontwerp: ORGA - Foto: Ruben Visser

Impact tool

De hedendaagse bouwtechniek maakt het mogelijk om zowat alles te bouwen met materialen die koolstof uit de lucht halen. We maken constructies van hout, isoleren met natuurlijke vezels en de keuzes voor biobased afwerkingen zijn talrijk. Dat zal ook moeten want CO₂ opslag of ‘embodied carbon’ weegt zwaar in de strijd tegen klimaatverandering en biedt de bouwsector een middel om van oorzaak uit te groeien tot oplossing. Carbon-negatieve gebouwen zijn dan ook een belangrijke stap in de richting van een regeneratieve gebouwde omgeving, maar het gevaar van tunnelvisie dreigt. De neiging om eenzijdig te focussen op carbon en andere vormen van negatieve impact te negeren, belemmert ons om over de hele breedte regeneratief te worden.

ORGA architect en Alba Concepts sluiten aan bij bestaande methodieken om ecologische impact te berekenen van een gebouwontwerp. Daarbij kijken we echter niet alleen naar de uitstoot van CO₂ en de opslag van carbon [4], maar naar de bredere impact zoals de gevolgen voor de watervoorraad, de luchtkwaliteit, de biodiversiteit en de menselijke gezondheid. De ontwerper of adviseur zal door het activeren van een plugin in de 3D design software op ieder moment (realtime) de brede impact van het ontwerp kunnen overzien. De onderliggende data komt uit EPD’s (Environmental Product Declarations). Deze worden door producenten en brancheorganisaties over de hele wereld gebruikt om inzicht te bieden in de milieu-impact van hun materialen of producten. Vanuit deze basis gaan ORGA en Alba steeds meer regeneratieve aspecten toevoegen. De droom is een breed omarmde methode (inclusief tooling) om regeneratieve impact te kunnen meten.

Help je mee?

Het streven naar een neutrale staat waarin we geen negatief effect hebben op onze aarde lijkt ons weinig betekenisvol en inspirerend. Een nieuw, positief verhaal is waar de sector naar snakt. Wat zou het fijn zijn om als professional bij te kunnen dragen aan ‘beter maken’ in plaats van het ‘minder slecht’ te doen. Door regeneratief te denken en te ontwerpen wordt de basis gelegd voor een regeneratieve bouw- en vastgoedsector. Ben je geïnteresseerd om samen met ORGA en Alba te co-creëren? Meld je dan bij Gijs Bruggink (gijsbruggink@orga-architect.nl) of Djordy van Laar via (djordy@albaconcepts.nl)

Noten:

[1] een circulaire bouweconomie is een economie waarin materialen zich bevinden in een natuurlijke of technologische kringloop. Materialen worden (in theorie) eindeloos hergebruikt, gerecycled en hersteld zonder uitstoot of afval.

[2] Meer hierover is te lezen in The Ergodic Investor & Entrepeneur (Graham Boyd & Jack Reardon).

[3] De Living Building Challenge is ontwikkeld door het International Living Future Institute (ILFI) uit de VS.

[4] Beide factoren zijn te meten met BCI Gebouw.

Plannen voor een bouwproject en wilt u meer weten over de aanpak bij ons bureau?

Als het over biobased materialen, biofilisch ontwerpen of regeneratieve gebouwen gaat dan zijn we moeilijk stil te krijgen. Aarzel niet om contact op te nemen met uw vragen. We denken met alle plezier met u mee!